EBIDAT - Die Burgendatenbank

Eine Initiative der Deutschen Burgenvereinigung Menu

Duurstede

Geschichte:

De eerste keer dat Duurstede vermeld werd in 1322, was het een leen van de graaf van Gelre, en in het bezit van het geslacht Van Zuylen van Abcoude. Bij het overlijden van de laatste mannelijke erfgenaam, Willem van Abcoude, in 1407, ging Duurstede over in handen van zijn neef Jacob van Gaesbeek. De dochter van Willem, Johanna, die getrouwd was met Jan van Brederode betwistten deze overname. Jan ging daarbij zo ver dat hij Duurstede wapenderhand innam. Bisschop Frederik van Blankenstein kwam echter tussenbeide, en uiteindelijk kon Jacob van Gaesbeek Duurstede in bezit nemen. Na zijn dood in 1459 kwam Duurstede in handen van de Utrechtse bisschop, David van Bourgondië. Het bleef de residentie van de bisschoppen van Utrecht tot 1580. De Staten van Utrecht namen het toen over. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog heeft Duurstede geen rol gespeeld. Het bleef gespaard, omdat de Franse bevelhebber in de veronderstelling leefde dat het kasteel het eigendom was van de burgemeester van Wijk bij Duurstede, die hem goed gezind was. Het kasteel stond ondertussen langzaam te vervallen. De bewoners gebruikten stenen van het kasteel om de oorlogsschade te repareren, waardoor het gedeeltelijk afgebroken werd. In de achttiende eeuw werden de weilanden rondom het kasteel bezit van de gemeente Wijk bij Duurstede. In 1852 werd tenslotte ook het kasteel het eigendom van de gemeente.

Besitzgeschichte:
Die Burg Duurstede wurde zum ersten Mal 1322 genannt . Es war damals ein Lehnsgut des Grafen von Geldern im Besitz des Geschlechts von Zuylen von Abcoude. Beim Tod des letzten männlichen Erben, Willem van Abcoude,1407, erhielt sein Neffe Jacob van Gaesbeek die Burg Duurstede. Die Tochter Willems, Johanna, die mit Jan von Brederode verheiratet war, widersetzte sich diesem Entschluss. Jan griff zu den Waffen und eroberte Duurstede. Bischof Frederik von Blankenstein vermittelte zwischen beiden und Jacob von Gaesbeek Duurstede wurde der neue Besitzer. Nach seinem Tod in 1459 wurde Duurstede das Eigentum des Utrechter Bischofs, David von Burgund. Duurstede blieb bischöfliche Residenz bis 1580. Die Staaten von Utrecht übernahmen die Burg dann. Im 16. und 17. Jh. geriet die Anlage in Verfall. Die Einwohner von Duurstede verwendeten die Steine der Burg, um damit die Schäden des Achzigjahrigen Krieges zu reparieren. Im 18. Jh. wurden die Grundstücke um die Burg Eigentum der Gemeinde Duurstede. Letztendlich kam auch die Burg 1852 in den Besitz der Gemeinde. Man legte einen Park im englischen Stil an.

Bauentwicklung:

Het oudste gedeelte van kasteel Duurstede is een vierkante toren. De zijden ervan zijn ieder ongeveer 11,5 m lang en de muren zijn ca. 2,5 m. dik. Deze toren stamt uit het derde kwart van de dertiende eeuw, en is dus vermoedelijk gebouwd door Zweder I van Zuylen van Abcoude. Zijn zoon of kleinzoon heeft het kasteel met enkele ruimtes uitgebreid. De grootste verbouwing vond plaats na 1459 onder David van Bourgondië. Waarschijnlijk had het kasteel toen al zijn vierkante vorm. De westelijke hoektoren werd toen verzwaard en verhoogd, waardoor de grote ronde Bourgondische toren ontstond. Deze toren had een diameter van 15 meter, een hoogte van 41 meter en een muurdikte van 4,5 m, en was voorzien van een ingesnoerde spits. Na de Tachtigjarige Oorlog raakte het kasteel in verval. Bewoners van Wijk bij Duurstede gebruikten stenen van het kasteel om de oorlogsschade te herstellen. In 1727 werd er een overeenkomst gesloten tussen de Staten van Utrecht en de stad Wijk bij Duurstede: het vervallen kasteel werd overgedragen aan de stad op voorwaarde dat er tenminste één toren onderhouden zou worden. Hierdoor werd verder verval van de Bourgondische toren gestuit. In 1769 werden de wallen van de aarden fortificaties afgegraven. In 1883 was de bouwkundige staat van de toren zo slecht dat architect P.J.H. Cuypers opdracht kreeg om de toren te restaureren. Het bleek nodig de hele kap van de toren te vervangen. Pas in 1948 werd er begonnen met een grootscheepse restauratie onder leiding van architect Royaards. De woontoren kwam toen echter niet aan bod. Deze is tenslotte in 1984/85 ook gerestaureerd.

Der älteste Teil der Burg ist ein viereckiger Turm. Die Seiten sind jeweils etwa 1,5 m lang, und die Mauern weisen eine Stärke von etwa 2,5 m auf. Dieser Turm datiert zwischen 1250-1275 und ist daher wahrscheinlich von Zweder I van Zuylen von Abcoude gebaut worden. Sein Sohn oder Enkel hat die Burg um einige Räume erweitert. Der größte Umbau fand nach 1459 statt und wurde von David von Bourgondië in Auftrag gegeben. Die Burg hatte wahrscheinlich schon damals einen viereckigen Grundriss. Der westliche Eckturm wurde verstärkt und erhöht. So entstand der große runde BourgundischeTurm. Dieser Turm hatte 15 m im Durchmesser, eine Höhe von 41 Meter und eine Mauerstärke von 4,5 m. Im sechzehnten und siebzehnten Jahrhundert verfiel die Burg. Die Einwohner von Duurstede benützten die Steine der Burg, um damit die Schäden des Achzigjahrigen Krieges auszubessern. 1727 entschlossen sich die Staaten von Utrecht und die Stadt Wijk bij Duurstede, die verfallene Burg in ihr Eigentum zu übernehmen, so dass man zumindest einen Turm retten könnte. Man entschied sich für den Bourgondischen Turm. 1769 zerstörte man den Wall. 1883 beauftragte die Gemeinde Wijk bij Duurstede Architekt P.J.H. Cuypers damit, den Bourgondischen Turm zu restaurieren. Erst 1948 wurde eine umfassende Restaurierungsarbeit unter Leitung des Architekt Royaards unternommen. 1984/85 wurde schließlich auch der viereckige Wohnturm restauriert.

Baubeschreibung:

Het oudste gedeelte van kasteel Duurstede is een vierkante toren. De zijden ervan zijn ieder ongeveer 11,5 m lang en de muren zijn ca. 2,5 m. dik. Deze toren stamt uit het derde kwart van de dertiende eeuw. Later is het kasteel met enkele ruimtes uitgebreid. Het kasteel had toen al zijn vierkante vorm. De westelijke hoektoren werd verzwaard en verhoogd, waardoor de grote ronde Bourgondische toren ontstond. Deze toren had een diameter van 15 meter, een hoogte van 41 meter en een muurdikte van 4,5 m. en was voorzien van een ingesnoerde spits.
Van kasteel Duurstede is tegenwoordig nog de ruïne zichtbaar. Twee torens zijn nog in goede staat, er zijn resten van overig middeleeuws muurwerk, en ook de grachten zijn nog aanwezig.

Baugeschichte und -beschreibung
Der älteste Teil der Burg ist ein viereckiger Turm. Die Seiten sind jeweils etwa oder 15 m lang und die Mauern haben eine Mauerstärke von etwa 2,5 m. Dieser Turm datiert in die Jahre 1250-1275 und ist daher wahrscheinlich von Zweder I van Zuylen von Abcoude gebaut worden. Sein Sohn oder Enkel hat die Burg um einige Räume erweitert. Der größte Umbau fand nach 1459 statt und wurde von David von Burgund initiiert. Die Burg hatte wahrscheinlich schon damals einen viereckigen Grundriss. Der westliche Eckturm wurde damals verstärkt und erhöht. So entstand der große runde Burgundische. Dieser Turm mit einem Durchmesser von 15 m erreichte eine Höhe von 41 m bei einer Mauerstärke von 4,5 m. Im 16. und 17. Jh. verfiel die Burg und ihr Baubestand wurde durch Steinraub seitens der Bevölkerung dezimiert. 1727 entschlossen sich die Staaten von Utrecht und die Stadt Wijk bij Duurstede, die ruinöse Burg in ihr Eigentum zu übernehmen und zumindest einen Turm zu retten. Man entschied sich für den Burgundischen Turm und zertörte 1769 den Wall. 1883 beauftragte die Gemeinde Wijk bij Duurstede Architekt P.J.H. Cuypers damit, den Burgundischen Turm zu restaurieren. Erst 1948 wurde eine umfassende Restaurationsarbeit unter Leitung von dem Architekt Royaards unternommen..1984/85 wurde schließlich auch der viereckige Wohnturm restauriert.

Arch-Untersuchung/Funde:

1943-1945 onder leiding van J. Renaud.