EBIDAT - Die Burgendatenbank

Eine Initiative der Deutschen Burgenvereinigung Menu

Ijzendoorn

Geschichte:

Op 12 december 1281 kocht ridder Rudolf de Cock alle in IJzendoorn liggende goederen van Hendrik en Godfried van Ochten. De kleinzoon van Rudolf, Willem de Cock Willemszoon, ontving op 11 november 1345 ''t Huys to Isendoorn' in leen van hertog Reinout de Derde. De heerlijkheid en het huis IJzendoorn gingen door vererving over in handen van de Van Riemsdijks en kwamen tenslotte aan de Van Balverens. In 1545 kwam de heerlijkheid in het bezit van de familie Pieck en van 1535 tot 1682 werd het goed eigendom van de familie Van de Poll en de familie Vijgh. In 1682 was Gerhard Huibert van de Clussen de enige eigenaar van de heerlijkheid. In 1700 verkocht hij het geheel aan de familie Van Wijhe van Echteld. Via deze familie kwam de heerlijkheid in handen van Frederik Hendrik baron van Wassenaar, heer van Katwijk. Hij verkocht de heerlijkheid aan Carel Lodewijk Diderick van Omphal. De familie Visser had de heerlijkheid IJzendoorn als laatste in handen. Het is onduidelijk tot hoe lang er nog sprake is geweest van een kasteel. Er is weinig bekend over een mogelijke verwoesting of afbraak.

Besitzgeschichte:
Am 12. Dezember 1281 kaufte der Ritter Rudolf de Cock alle Güter von Hendrik und Godfried von Ochten in Ijzendoorn. Rudolfs Enkel, Willem de Cock Willemszoon, wurde am 11. November 1345 mit dem '' Huys to Isendoorn' von Herzog Reinout III. belehnt. Die Hoheitsreichte und das Anwesen IJzendoorn wurden der Familie von Riemsdijk vererbt und kamen letztendlich an das Geschlecht von Balveren. 1545 war die Familie Pieck der Besitzer und zwischen 1535 und 1682 war das Gut das Eigentum der Familien von de Poll und der Familie Vijgh. 1682 war Gerhard Huibert von de Clussen der einzige Besitzer des Anwesens. 1700 verkaufte er alles an die Familie von Wijhe von Echteld. Später wurde Frederik Hendrik Baron von Wassenaar, Herr von Katwijk der Besitzer. Er verkaufte das Anwesen an Carel Lodewijk Diderick von Omphal. Die Familie Visser war der letzte Besitzer von Ijzendoorn. Wir wissen nicht, wie lange es noch eine Burg gegeben hat. Es gibt keinerlei Informationen in Bezug auf eine Zerstörung.

Bauentwicklung:

Op 12 december 1281 kocht ridder Rudolf de Cock alle in IJzendoorn liggende goederen van Hendrik en Godfried van Ochten. De kleinzoon van Rudolf, Willem de Cock Willemszoon, ontving op 11 november 1345 het Huis te IJzendoorn in leen van hertog Reinout de Derde. Hoewel niet bekend is wanneer de IJzendoorn precies gebouwd is, staat vast dat er in ieder geval in 1345 een verdedigbaar huis moet zijn geweest. Er is een kaart bekend van Cornelis van Berck uit 1571 met daarop huis IJzendoorn in vogelvlucht, van zuid naar noord gezien. De tekening is te onnauwkeurig om iets met zekerheid over het uiterlijk en de vorm te kunnen zeggen. Zichtbaar op de tekening is een van oost naar west lopende zaalbouw. In het midden van de zuidgevel bevindt zich een rechthoekig poortgebouw met zadeldak. Op de zuidoosthoek bevindt zich een ronde toren met uienspits. De borstwering lijkt uitgekraagd op consolen. Op de noordoosthoek staat een vermoedelijk ronde toren afgebeeld. Ook hier lijkt de borstwering te zijn uitgekraagd; en gezien de schaduwwerking ook op consolen. De borstwering is gekanteeld en de toren heeft een plat dak. Op de noordwesthoek is een rechthoekige toren met zadeldak te zien. Deze lijkt tegen de zaalbouw aan te staan, maar dit is niet echt goed te zien. Dit geldt ook voor de NO-toren.Ten zuiden van het kasteel is een kerk weergegeven, mogelijk geeft deze de ligging van het dorp weer. Het is onduidelijk tot hoe lang er nog sprake is geweest van een kasteel. Er is weinig bekend over een mogelijke verwoesting of afbraak. In 1571 stond het kasteel er in ieder geval nog. Op de verpondingskaart uit 1809 zijn de restanten van het slot te zien.

Baubeschreibung:

Er is een kaart bekend van Cornelis van Berck uit 1571 met daarop huis IJzendoorn in vogelvlucht, van zuid naar noord gezien. De tekening is te onnauwkeurig om iets met zekerheid over het uiterlijk en de vorm te kunnen zeggen. Zichtbaar op de tekening is een van oost naar west lopende zaalbouw. In het midden van de zuidgevel bevindt zich een rechthoekig poortgebouw met zadeldak. Op de zuidoosthoek bevindt zich een ronde toren met uienspits. De borstwering lijkt uitgekraagd op consolen. Op de noordoosthoek staat een vermoedelijk ronde toren afgebeeld. Ook hier lijkt de borstwering te zijn uitgekraagd; en gezien de schaduwwerking ook op consolen. De borstwering is gekanteeld en de toren heeft een plat dak. Op de noordwesthoek is een rechthoekige toren met zadeldak te zien. Deze lijkt tegen de zaalbouw aan te staan, maar dit is niet echt goed te zien. Dit geldt ook voor de NO-toren.

Baugeschichte und -beschreibung
Nach Befund der schriftlichen Überlieferung muss es bereits 1345 eine Burg gegeben haben, die als Lehen ausgegeben wird. Es existiert eine Karte von Cornelis von Berck aus dem Jahr 1571, auf der Anlage abgebildet ist. Ob es sich um eine zuverlässige Darstellung handelt, lässt sich freilich nicht mit letzter Sicherheit sagen. Unklar ist, wie lange die Burg existiert hat. Angaben zu ihrer Zerstörung oder ihren Niedergang fehlen. Reste der Burg sind noch auf einer Karte aus dem Jahr 1809 erkennbar.
L.S. und L. v.d. W