EBIDAT - Die Burgendatenbank

Eine Initiative der Deutschen Burgenvereinigung Menu

Vronestein

Geschichte:

Blijkens de oudste vermelding (1329) was Vronestein een Stichts leengoed. De leenman van het kasteel was toen Willem Johansz. van Jutphaes. In 1412 werd het huis gekocht door de Utrechtse familie De Wael. In 1482 werd het kasteel tijdens de oorlog tussen de stad Utrecht en bisschop David van Bourgondië door Hollandse troepen verwoest. Hierna is het niet meer opgebouwd. In 1528 zouden de resterende stenen zijn weggevoerd en de fundamenten zijn verwijderd. Vronestein werd in 1538 erkend als ridderhofstad, wat merkwaardig is, aangezien er blijkens de literatuur al vanaf 1528 geen bebouwing meer op het terrein stond. Het middeleeuwse huis was dus geheel verdwenen. Hoe het geheel dan toch tot ridderhofstad kon worden erkend blijft vooralsnog een raadsel. De familie De Wael was op dat moment woonachtig in Utrecht. In 1551 of 1552 vestigde Adriaan de Wael zich echter in Jutphaas, waarschijnlijk in een boerderij (met aangebouwde 'camer') naast het omgrachte terrein. Van deze boerderij met herenkamer is een boedelinventaris bewaard gebleven. Omstreeks 1617 liet Adriaans kleinzoon Gerard de Wael een tweebeukig herenhuis van twee bouwlagen bouwen op het voormalige kasteelterrein. Na het uitsterven van de katholiek gebleven De Waels vererfde Vronenstein in 1692 op de Betuwse familie Van Scherpenzeel. Hierna ging het snel bergafwaarts met het huis: het werd verhuurd en stond met tijden leeg. In 1742 werd de rijke katholieke familie Heereman van Zuydtwijck eigenaar. Als gevolg van de toenemende Duitse oriëntatie van deze familie betekende deze eigendomswisseling geen verbetering. Meestal stond het huis leeg. In 1850 verkochten de Heeremans van Zuydtwijck het goed Vronestein voor 6.000 gld. Het huis werd apart verkocht, en gesloopt.

Bauentwicklung:

Bij gebrek aan archivalische en archeologische gegevens valt over de middeleeuwse verschijningsvorm van Vronestein nauwelijks iets te zeggen. In de oudste vermelding wordt het omschreven als 'steenhuys'. De Hollandse Divisiekroniek vermeldt Vronestein als 'een slootken'. Na de verwoesting in 1482 werden stenen van de ruïne van Vronestein afgevoerd naar IJsselstein; in 1528 zouden ook de fundamenten zijn verwijderd, zodat van het huis niets overbleef. Gerard de Wael liet tijdens het Twaalfjarig Bestand in de 17e eeuw een nieuw herenhuis bouwen. Over de bouw van dit huis zijn gegevens bekend in de vorm van aantekeningen van de bouwheer in een familieregister. Aernout van Buchel was van mening dat het nieuwe Vronestein 'seer gemackelick ende bequaem' was gebouwd. De Staten van nalatenschap, opgesteld na de dood van Joost de Wael van Vronestein (sterft 1670) en zijn echtgenote Catharina van Camons, geven een beeld van de inrichting van het niet-middeleeuwse huis. In de achttiende eeuw raakte Vronestein in verval. Het huis moet kort na mei 1861 zijn afgebroken.

Baubeschreibung:

Bij gebrek aan archivalische en archeologische gegevens valt over de middeleeuwse verschijningsvorm van Vronestein nauwelijks iets te zeggen. Vronestein was in elk geval een klein huis van steen, de vorm is onbekend.