EBIDAT - Die Burgendatenbank

Eine Initiative der Deutschen Burgenvereinigung Menu

Poelgeest, Klein

Geschichte:

Als eerste bezitter van Klein Poelgeest geldt Jan van Poelgeest, die werd genoemd in 1352. Samen met zijn broer Gerrit van Poelgeest verdedigde hij toen diens huis Groot Poelgeest tegen de troepen van Willem V. Het beleg is onderdeel van een episode in de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Nadien was Jan van Poelgeest tot 1382 in dienst bij graaf Jan van Blois. Hij was slotvoogd op het kasteel van Gouda en baljuw, schout of rentmeester van Schoonhoven en Gouda. In 1386 werd Jan van Poelgeest rentmeester van Zuid-Holland en later ook van Voorne. Tot slot was hij korte tijd kastelein van Teylingen. In 1390 stierf Jan van Poelgeest. Nog drie nakomelingen van Jan van Poelgeest bleven in bezit van Klein Poelgeest. Bij Jans dood was zijn zoon Gerrit nog minderjarig. Om deze reden kwam Gerrit onder de voogdij van Dirk van Poelgeest en werd het huis een tijdelijk leen van Groot Poelgeest. Door vererving kwam Klein Poelgeest in 1507 in handen van de familie Van Hoogwoud tot 1591. Vanaf 1591 wisselde Klein Poelgeest snel van eigenaar. In 1743 werd het huis gekocht door mr. Louis Trip de Marez. In 1832 werd het huis door Arie Metselaar, aannemer van 's Rijkswerken, gekocht die het kort daarop liet slopen. De grond van Klein Poelgeest die in eigendom van de stad Leiden was, werd in 1845 verkocht aan H. en J. Snel, steenbakkers te Leiderdorp. Zij lieten de grond grondig afkleien.

Bauentwicklung:

Het kasteelterrein is in 1988 archeologisch onderzocht. Van de eerste fase van het huis (ca.1386-1420) zijn slechts losse bouwfragmenten, aardewerk, de slotgracht en een waterput aangetroffen. Wel is hierbij vast komen te staan dat het huis, vanaf het ontstaan tot het einde in 1832, op dezelfde plaats heeft gestaan. Op het voorhof werd nog een fundament aangetroffen dat uit de veertiende eeuw dateert. Of dit bestaat uit hergebruikte bakstenen of toch oorspronkelijk is, was niet geheel duidelijk. Na de waarschijnlijke verwoesting van het huis in 1420 wordt het huis in 1429 weer vermeld. Uit deze mogelijke herbouwperiode zijn veel sporen teruggevonden. Op de eerste afbeelding van Klein Poelgeest uit 1565 bestond het huis uit een rechthoekig middendeel met aan de oostzijde een aangebouwde vleugel en een torentje. Op een kaart uit 1661 is te zien dat er een vleugel aan de westzijde was aangebouwd. Op een kaart, vermoedelijk uit 1726, is naast het verfraaide huis een bouwhuis te zien. Op afbeeldingen uit voornamelijk de 18e eeuw, is het huis met grachten en twee ophaalbruggen zichtbaar. Na 1774 is het huis langzaam gaan vervallen en werd in 1832 gesloopt. Het bouwhuis heeft nog tot 1845 bestaan en is daarna gesloopt.
Het kasteelterrein is gelegen in een nieuwbouwwijk. De omtrekken van huis en een deel van de grachten zijn in een plantsoen gereconstrueerd. Een en ander is voorzien van een bord met explicatie en een beeldje van Aleid van Poelgeest siert het terrein op. (Vanaf 1387 is het huis enige malen bezocht door Ruwaard en graaf Albrecht van Beieren. De dochter van Jan van Poelgeest, Aleid van Poelgeest, zal Albrecht hier ontmoet hebben. In 1392 werd Aleid, de minnares van Albrecht op het Binnenhof vermoord).

Baubeschreibung:

De typologie van het oorspronkelijke huis is onbekend.
Na de waarschijnlijke verwoesting van het huis in 1420 wordt het huis in 1429 weer vermeld. Uit deze mogelijke herbouwperiode zijn vele sporen teruggevonden. Op de eerste afbeelding van Klein Poelgeest uit 1565 bestond het huis uit een rechthoekig middendeel met aan de oostzijde een aangebouwde vleugel en een torentje. Op een kaart uit 1661 is te zien dat er een vleugel aan de westzijde was aangebouwd. Op een kaart vermoedelijk uit 1726 is naast het verfraaide huis een bouwhuis te zien. Op afbeeldingen uit voornamelijk de 18e eeuw, is het huis met grachten en twee ophaalbruggen zichtbaar. Het hoofdhuis op de hoofdburcht mat 21 bij 9,5 meter. Deze afmetingen zijn gebaseerd op de kadastrale minuut.

Arch-Untersuchung/Funde:

Het kasteelterrein is in 1988 archeologisch onderzocht. Van de eerste fase van het huis (ca.1386-1420) zijn slechts losse bouwfragmenten, aardewerk, de slotgracht en een waterput aangetroffen. Wel is hierbij vast komen te staan dat het huis vanaf het ontstaan tot het einde in 1832 op de zelfde plaats heeft gestaan. Op het voorhof werd nog een fundament aangetroffen dat uit de veertiende eeuw dateert.