EBIDAT - Die Burgendatenbank

Eine Initiative der Deutschen Burgenvereinigung Menu

Palmestein

Geschichte:

In 1495 wordt huis Palmestein voor het eerst genoemd. Er waren toen troepen gelegerd die het nabijgelegen Hoge Huis in Beesd belegeren. Het is niet bekend wie het huis toen in bezit had. Het is mogelijk dat het toen al in bezit was van de familie Van Tuyll. Het geslacht Van Tuyll had namelijk al vanaf omstreeks 1320 bezittingen in Deil. In 1529 komt in de leenregisters een Gijsbert van Tuyl van Palmesteyn voor en in 1555 vermeldt het Ridderboek van het kwartier van Nijmegen een Willem van Palemmesteyn. Het huis was in 1640 in bezit van Johanna de Bye, weduwe van Johan de Glimmer. Het is niet helemaal duidelijk wat er hierna met het huis gebeurd is. Het zou door vererving in handen zijn gekomen van Johan Bartram van Eck van Panthaleon, getrouwd met Elisabeth Leeuwen, de kleindochter van Johanna de Bye. Deze zou het verkocht hebben. Het kwam vervolgens in handen van Gerrit van Ham, die tegelijkertijd ook de naburige erven Noordenhoek en 't Geyn in Deil kocht. Hij vermaakt deze goederen aan zijn broer Peter van Ham. De dochter van Peter van Ham trouwde begin achttiende eeuw met Hendrik Verstegen. Het huis bleef in de familie Verstegen tot het in 1833 afgebroken werd.

Bauentwicklung:

Over het middeleeuwse Palmestein is niets bekend. Het kasteel wordt afgebeeld op twee kaarten, te weten een kaart van de Tielerwaard uit 1759 (een kopie van een verloren gegaan origineel uit 1699) en een kaart van de Tienden onder Deil uit 1713. Onduidelijk is echter of de weergave op deze kaarten betrouwbaar is. Op de eerste kaart staat het kasteel schematisch, als een rechthoekig gebouw, weergegeven. Op de tweede als een ingewikkeld complex met torens. Raap heeft middels een weerstandsmeting aangetoond dat Palmestein heeft bestaan uit een rechthoekig omgracht complex. De tekening van Jacobus Stellingwerf uit het begin van de 18de eeuw die het kasteel in 1653 zou weergeven berust vrijwel zeker op fantasie.
De vroegste mededeling over het uiterlijk dateert uit 1847 wanneer Van der Aa (1839-1851) het kasteel omschrijft als 'een zeer oud gebouw, met eenen ronden toren, die eenen dik uitgebogen, ronden kap had'. Van der Aa citeert de 'Tegenwoordige Staat' uit 1741.
De meest betrouwbare weergave, hoewel perspectivisch gezien gebrekkig, vinden we op twee tekeningen uit 1775 van Florida Verstegen. Wanneer we deze tekeningen combineren met de kadastrale minuut uit 1826 krijgen we het volgende beeld: aan de noordzijde van het terrein staat een poortgebouw, aan beide zijden geflankeerd door een woongebouw met ten oosten één bouwlaag en ten westen twee bouwlagen. Het poortgebouw springt iets naar voren en in de noordwestelijke oksel staat een slanke toren, aan de basis vierkant, hoger op rond en voorzien van een uidak. Mogelijk is het deze toren die Van der Aa noemt. Het oostelijke woongebouw is aan de zuidzijde via een muur verbonden met een grote schuur. Tegen de oostzijde van deze muur staat een bouwmassa, die wijst op een lage ronde toren. Ten zuiden van het westelijk woongebouw staat eveneens een schuur met een lage aanbouw. Tegen de westzijde van het westelijk woongebouw is ook nog een schuur gebouwd. Op de zuidwesthoek van het terrein stonden twee hooibergen.
Het geheel ademt een agrarische sfeer. Van het kasteel resten vermoedelijk alleen de poort en de westelijk gelegen woning. Deze laatste zijn overigens al niet meer zichtbaar op de kadastrale minuut. Afgaande op de weerstandsmeting moet een groot deel van het kasteel dus zijn gesloopt rond het midden van de 18de eeuw.
De bebouwing op het kasteelterrein is in 1833 gesloopt. Wat rest zijn de grachten met daarbinnen een licht verhoogd terrein en een smeedijzeren hek met pijlers waarop de naam Palmesteyn aan het begin van de toegangsweg tot het kasteel. Daarnaast zijn enige midden 16de-eeuwse zandstenen bouwfragmenten als consoles, een wapensteen en schouwwangen hergebruikt in twee naastgelegen woningen, het landgoed Noordenhoek (op het terrein van de voormalige duiventil) en de hierbij behorende boerderij 't Geyn aan de Krooiweg 4.

Baubeschreibung:

De typologie van het oorspronkelijke kasteel is niet bekend. Het is eveneens niet bekend waar de naam Palmestein vandaan komt. De term 'stein' veronderstelt de aanwezigheid van een stenen huis.
Het totale kasteelterrein inclusief de grachten meet 85 x 63 m. Deze maten zijn gebaseerd op de kadastrale minuut van 1826. Van het kasteel resten de grachten met daarbinnen een licht verhoogd terrein en de hekpijlers naast de toegangsweg.

Arch-Untersuchung/Funde:

Onderzoek van RAAP in 2004, Raap heeft middels een weerstandsmeting aangetoond dat Palmestein heeft bestaan uit een rechthoekig omgracht complex.