EBIDAT - Die Burgendatenbank

Eine Initiative der Deutschen Burgenvereinigung Menu

Pollenstein II

Geschichte:

Er is veel verwarring geweest rond het versterkte huis Pollenstein: er zou zowel in Dreumel als in Wamel op enig moment een 'Pollenstein' zijn gelegen. Het is niet altijd duidelijk welk huis er in de historische bronnen bedoeld wordt. Van Pollenstein te Dreumel, ook wel Huis te Dreumel genoemd, zijn geen gegevens over de vroegste bezitsgeschiedenis bekend. Het wordt niet genoemd in de leenaktenboeken. Het enige waarop we kunnen afgaan, zijn de beleningen die betrekking hebben op de heerlijke rechten op Dreumel. Waarschijnlijk was de bezitsgeschiedenis van het huis te Dreumel overeenkomstig. Zo wordt in 1395 Seger van de Poll beleend met de uiterwaarden en zandgronden in de Waal bij Dreumel, en bovendien met 'dat halve dagelichs gerecht to Dromel mit allen sijnen tobehoren'. (Een eerdere belening uit 1326, eveneens aan een Seger, spreekt alleen van de uiterwaarden.) Er wordt hier geen melding gemaakt van een huis, maar het is mogelijk dat een van Segers nakomelingen het Huis te Dreumel, later Pollenstein, heeft laten bouwen. Het dagelijks gerecht van Dreumel was tot 1470 in handen van de familie Van de Poll. In dat jaar werd Johan van Balveren, de zoon van Adriaan van Balveren en Adriana van de Poll beleend met goederen en rechten die van zijn grootvader Seger van de Poll waren geweest. Tot 1535 zou de bezittingen in handen blijven van de familie Van Balveren, waarna ze door vererving overgingen op de familie Pieck. In 1621 werd de heerlijkheid weer een geheel doordat Barbara Pieck, erfgename van de helft van de heerlijkheid, haar echtgenoot Gerard van de Poll opvolgde in zijn rechten op de andere helft van de heerlijkheid van Dreumel. Na haar dood vererfden deze rechten en goederen in 1652 op haar dochter Mechtild van de Poll. In die tijd, in 1654, werd het huis afgebeeld op een kaart van Nicolaas van Geelkercken onder de naam 'Huis Balver'. In 1667 kwam Pollenstein weer in handen van de familie Van Scherpenseel, later Scherpenseel Heusch. Van der Aa meldt dat huis Pollenstein te Dreumel al twee eeuwen in handen is van deze familie, waarmee hij bevestigt dat deze gegevens over de bezitsgeschiedenis inderdaad betrekking hebben op huis Pollenstein te Dreumel (en niet op Pollenstein te Wamel). Pollenstein werd vervolgens in 1850 door hen verkocht aan Peter van Deursen. Waarschijnlijk is het omstreeks 1890 door de toenmalige eigenaar, A. Cruysen, gesloopt.

Bauentwicklung:

Over de middeleeuwse gedaante van het huis te Dreumel is niets bekend. Omdat de kadastrale kaart een rechthoekig gebouw van 14 x 9 meter weergeeft dat direct uit het water oprijst, zou aangenomen kunnen worden dat het om een zaaltoren gaat. Rond 1710 maakt Stellingwerf een tekening, voorstellende Dreumel in 1636. Op de tekening is een huis te zien, mogelijk het Huis te Dreumel en vermoedelijk getekend vanuit het zuidwesten. Hij beeldt het huis af als een rechthoekig huis met zadeldak tussen trapgevels, met aan de westzijde een hoog opgaande (trap)toren. Daarachter zien we een gedeelte van het schilddak van een bijgebouw. Of de tekening betrouwbaar is, is niet duidelijk. Stellingwerf geeft de toegang tot de voorburcht aan de zuidoostzijde weer, terwijl deze aan de noordoostzijde ligt, en ook is de oriëntatie van het bijgebouw verkeerd. Het kan ook zijn dat de tekening niet het Huis te Dreumel weergeeft, maar een ander huis in Dreumel, bijvoorbeeld de Poll.
Op de kadastrale minuut van 1821 wordt het huis weergegeven als een rechthoekig gebouw van 14 x 9 meter. De voorburcht bevat aan de zuidoostzijde een bouwhuis. Opvallend zijn de brede grachten rond de hoofdburcht.
Het kasteel is rond 1890 gesloopt en de grachten zijn gedempt. Vermoedelijk is het bouwhuis op de voorburcht rond die tijd verbouwd tot of vervangen door een boerderij.

Baubeschreibung:

Zowel het kasteelterrein als de voorburcht hadden een L-vorm. De grootste maat van het kasteelterrein inclusief de grachten was 86 x 84 meter, de voorburcht had een grootste maat van 74 x 57 meter. De hoofdburcht had een maat van 14 x 9 meter. De maten zijn ontleend aan de kadastrale minuut van 1821. De voorburcht bevatte aan de zuidoostzijde een bouwhuis. Opvallend zijn de brede grachten rond de hoofdburcht.
Over de middeleeuwse gedaante van het huis te Dreumel is echter niets bekend. Omdat de kadastrale kaart een rechthoekig gebouw van 14 x 9 meter weergeeft dat direct uit het water oprijst, zou aangenomen kunnen worden dat het om een zaaltoren gaat. Rond 1710 maakt Stellingwerf een tekening, voorstellende Dreumel in 1636. Het laat Pollenstein zien als een rechthoekig huis, met zadeldak tussen trapgevels, met aan de westzijde een hoog opgaande (trap)toren. Daarachter zien we een gedeelte van het schilddak van een bijgebouw. Of de tekening betrouwbaar is, is niet duidelijk.