EBIDAT - Die Burgendatenbank

Eine Initiative der Deutschen Burgenvereinigung Menu

Rhijnauwen

Geschichte:

Rhijnauwen was een leen van de bisschop van het Sticht. Het vormde een eigen gerecht, waarbij de heren de lage rechtspraak hadden. In de eerste helft van de 14e eeuw was het in het bezit van het geslacht Van Lichtenberg. Toen Aleydt van Lichtenberg met Johan van Renesse trouwde, kwam het in handen van het geslacht van Renesse. Zij bleven de eigenaars van 1394 tot 1516, waarna het door een huwelijk in handen kwam van de familie Van Harff. Deze verkochten het in 1546 aan Hector van Hoxwier, de voorzitter van het Hof van Utrecht. Zijn dochter verkocht het in 1579 aan de patriciër Cornelis Schoordijk. Vervolgens kwam Rhijnauwen in 1669 door een huwelijk in handen van de familie Van Goltstein. In 1718 kwam David ten Hove in bezit van het kasteel, vermoedelijk door een huwelijk. Zijn zoon verkocht het in 1778 aan de familie Strick van Linschoten. Zij bleven de eigenaars tot in 1919 de gemeente Utrecht het kasteel aankocht.

Bauentwicklung:

Het is niet bekend hoe het kasteel Rhijnauwen er oorspronkelijk uit heeft gezien. Vermoedelijk is het een woontoren geweest. Deze toren is waarschijnlijk in 1450 verwoest, verbrand uit vergelding, omdat de broers Van Renesse in de strijd rond de bisschopszetel de verliezende kant hadden gekozen. Delen van deze toren zijn gebruikt in het nieuwe kasteel, dat even later verrees op dezelfde plek. Aan het gebouw, dat twee bouwlagen had, zijn in de 16de eeuw twee vleugels toegevoegd, en tegen het eind van de 16de eeuw werd het ontstane binnenplein afgesloten met een poortgebouw. Vermoedelijk heeft het kasteel ook een tijd een ringmuur gehad. De noordvleugel van het kasteel is waarschijnlijk al snel weer afgebroken, want op tekeningen uit de 17e eeuw is het een ruïne, en in de 18e eeuw slechts een tuinmuur. In de 17e eeuw bestond het kasteelterrein uit een voorburcht, gescheiden van de hoofdburcht door een gracht, met eveneens een gracht rond het hele kasteelterrein. Op de hoofdburcht stonden aan de oostzijde twee grote woonblokken. De zuidzijde bestond uit een tweedelige vleugel, en de westzijde werd afgesloten door een poorttoren. Op de binnenplaats stond in de hoek een zware traptoren met een 8-kantige bovenbouw en een hoge spits. In de 18e eeuw onderging het kasteel een gedaanteverandering. Voorburcht, poorttoren en traptoren verdwenen en er werd een nieuwe westvleugel aangebouwd, opgemetseld in kruisverband. De trapgevels werden lijstgevels, en de oude kruisvensters werden 18e-eeuwse schuifvensters. Met deze grote verbouwing werd het kasteel een blokvormig buitenhuis en kreeg het zijn huidige uiterlijke vorm.

Baubeschreibung:

Het is niet bekend hoe het kasteel Rhijnauwen er oorspronkelijk uit heeft gezien. Vermoedelijk is het een woontoren geweest. Delen van deze toren zijn later gebruikt in het nieuwe kasteel, dat in de 15e eeuw verrees op dezelfde plek. Aan het gebouw, dat twee bouwlagen had, zijn in de 16e eeuw twee vleugels toegevoegd, en het ontstane binnenplein werd afgesloten met een poortgebouw. Vermoedelijk heeft het kasteel ook een tijd een ringmuur gehad. In de 17e eeuw bestond het kasteelterrein uit een voorburcht, gescheiden van de hoofdburcht door een gracht, met eveneens een gracht rond het hele kasteelterrein. Op de hoofdburcht stonden aan de oostzijde twee grote woonblokken. De zuidzijde bestond uit een tweedelige vleugel, en de westzijde werd afgesloten door een poorttoren. Op de binnenplaats stond in de hoek een zware traptoren met een 8-kantige bovenbouw en een hoge spits. Met de grote verbouwing in de 18e eeuw werd het kasteel een blokvormig buitenhuis en kreeg het zijn huidige uiterlijke vorm: een buitenhuis, omgeven door een gracht. Op het voorplein staan een poort- annex dienstgebouw en een vrijstaande duiventoren. Het huis wordt omgeven door een bos, dat doorsneden wordt door een lanenstelsel en dat dienst doet als stadspark.

Arch-Untersuchung/Funde:

In 1980 werd er door de ROB archeologisch onderzoek gedaan en een opgraving uitgevoerd van een gedeelte van de voorburcht. Dit in verband met rioolwerkzaamheden, waarbij funderingen zijn gevonden, vermoedelijk van het poortgebouw. In 1983 archeologisch onderzoek en opgraving van een gedeelte van de ringmuur.