EBIDAT - Die Burgendatenbank

Eine Initiative der Deutschen Burgenvereinigung Menu

Huissen

Geschichte:

De vroegst bekende eigenaar van de Kleefsche burcht was graaf Dirk VI van Kleef. Deze vestigde rond 1242 de Kleefse tol te Huissen. In 1616 bevond het kasteel zich in een zeer slechte staat, en begon men al met het afbreken ervan. Toen was het kasteel in bezit van Adam von Schwarzenberg. De burcht was eigendom van de graven en hertogen van Kleef die op deze locatie langs de Rijn tol hieven. Gezien de belangrijke functie van het complex, als tolhuis en als vorstelijke residentie, kunnen we vaststellen dat het een aanzienlijk complex moet zijn geweest dat beschermd moest worden tegen aanvallen van buitenaf. Daarbij was Huissen een voorpost voor Kleef in Gelders gebied.

Besitzgeschichte:
Der früheste bekannte Besitzer der Burg Huissen II war Graf Dirk VI von Kleve. Er richtete um 1242 die erste Zollstelle zu Huissen ein. Im Jahr 1616 war die Burg weitgehend verfallen und man hatte schon mit dem Abriss der Burg begonnen. Damals war die Burg bewohnt von Adam von Schwarzenberg, sie gehörte aber den Grafen und Herzögen von Kleve, die das Zollrecht entlang des Rheins besaßen. Weil diese Burg eine wichtige Funktion hatte, können wir davon ausgehen, dass es sich um einen großen, gut befestigten Komplex handelte. Darüber hinaus war Huissen ein wichtiger strategischer Punkt für Kleve im Gebiet Geldern.

Bauentwicklung:

Het terrein waarop de Kleefse burcht gelegen was kan in een eerder stadium de voorburcht van het bijbehorende motte-kasteel de Hazenheuvel hebben gehuisvest. Door het verplaatsen van de tol van Angeren naar Huissen op 25 april 1242 nam Huissen in belangrijkheid toe en kreeg het in 1319 stadsrechten. Om gelijke tred te houden met de ontwikkelingen is vermoedelijk tussen 1242 en 1319 dan ook de Kleefse burcht ontstaan, zoals die naar voren komt in de ambtsbrief betreffende Otto van Bylant d.d. 1361. Otto kreeg voor het beheer van de burcht en het uitvoeren van zijn taken als ambtman een permanent garnizoen van 11 man toegewezen. De oorkonde spreekt een aantal keer van 'huys end borgh end torn te Huyssen' en maakt duidelijk onderscheid tussen de bouwdelen. Het garnizoen moest worden ondergebracht op het huis en de burcht. Van de Kleefse burcht, ook wel ambthuys genoemd, bestaan een aantal afbeeldingen. Op afbeeldingen uit de 17de eeuw staat de Kleefse burcht afgebeeld als een ommuurd complex met daarbinnen een aantal verschillende gebouwen. Wanneer dit uiteindelijk helemaal is verdwenen is niet duidelijk. Op de kadastrale kaart van 1835 bestaat het kasteel terrein nog wel, maar is er geen bebouwing meer dat te maken heeft met het kasteel. Waarschijnlijk is het kasteel dan ook ergens tussen de 18e eeuw en 1835 afgebroken.

Baubeschreibung:

Uit diverse afbeeldingen van de 16e tot en met de 19e eeuw valt op te maken dat het ging om een een grote, min of meer ovale ommuring waarbinnen verschillende gebouwen staan.
Het totale terrein van de voormalige burcht mat ruwweg 90m. x 80m.

Baugeschichte und -beschreibung
Das Gelände, auf dem die Burg Huissen II gelegen war, diente möglicherweise früher als Vorburg einer Motte (vielleicht die Motte Hazenheuvel).
Dadurch, dass der Zoll am 25. April 1242 von Angeren nach Huissen versetzt wurde, bekam Huissen eine viel wichtigere Position und erhielt 1319 die Stadtrechte. Zwischen 1242 und 1319 wird dann vermutlich auch die Burg entstanden sein, wie wir einem Amtsbrief von Otto von Bylant d.d. aus dem jahr 1361 entnehmen. Diese Urkunde spricht mehrere Male von einem 'huys end borgh end torn te Huyssen' . Auch wird deutlich zwischen einzelnen Gebäuden unterschieden..
Von der Burg, auch ‘ambthuys’ genannt, gibt es einige Abbildungen. Verschiedene Abbildungen der Burg Huissen II vom sechzehnten bis zum neunzehnten Jahrhundert zeigen, dass es sich um eine große, mehr oder weniger ovale Ringmauer handelte.. Innerhalb dieser Ringmauer gab es verschiedene Gebäude. Wann die Burg verschwunden ist, wissen wir nicht.. Auf der Katasterkarte von 1835 erkennt man noch das Gelände, aber es sind keine Gebäude der Burg mehr verzeichnet. Vermutlich wurde die Burg zwischen dem achtzehnten Jahrhundert und 1835 abgerissen. Das Gelände der Burg war etwa 90 x 80 m groß.
E.R. und L. v.d. W.